Dit jaar al 100.000-en Chinese wolhandkrabben gevangen in Kleine Nete in Grobbendonk en Westerlo. In de strijd tegen de Chinese wolhandkrab had de VMM met de universiteit Antwerpen in 2017 een nieuwe val ontwikkeld. Het systeem, waarbij de krabben door een gleuf in een metalen kist vallen, is met succes aan de vistrap in Grobbendonk geïnstalleerd. 

De cijfers zeggen alles. Medewerkers van de VMM (Vlaamse Milieumaatschappij) schepten sinds het begin van dit jaar al ruim 220.000 krabben uit de val die vorig jaar is geïnstalleerd op de Kleine Nete,  bij de watermolen in Grobbendonk. “Het gaat om een soort brievenbus die op de bodem van de rivier is geplaatst”, legt Marc Florus van VMM uit. “De krabben kruipen over de bodem van de Kleine Nete en vallen in de gleuf. Dan is er geen weg terug, ze kunnen alleen nog naar de verzamelbakken op de oever. Daar worden ze verdoofd met kruidnagelolie en weggebracht voor vernietiging.”

De Chinese wolhandkrab is een invasieve krabbensoort uit Azië die sinds 1920 in de brakke en zoete waterlopen in Vlaanderen opduikt. De zoetwaterkrab heeft bij ons geen natuurlijke vijanden, waardoor de populatie ondertussen al zo groot is geworden, dat ze problemen veroorzaken in het aquatische ecosysteem.

Het zijn omnivoren en eten alles op wat ze op hun weg tegenkomen: bladafval, planten, dode vissen… Ze graven holen in de oevers en woelen in de rivierbodem, waardoor deze vatbaarder worden voor erosie. Dit kan een negatief effect hebben op de waterkwaliteit en ecologische toestand van onze rivieren.

Dus moeten we ze bestrijden.


Nieuwe val blijft efficiënt


Het is een metalen kist die eruit wat ziet als een brievenbus. Deze kist moet op de rivierbodem geplaatst worden, met de gleuf van de ‘brievenbus’ naar boven gericht. Rondom de kist komt er een helling vanaf de rivierbodem tot aan de gleuf.

Wolhandkrab 5

De krabben zwemmen niet, maar kruipen over de bodem. Wanneer ze naar de monding van de waterlopen migreren om te paren, kunnen ze niet voorbij aan de brede ‘brievenbus’ en zullen ze via de gleuf in de bak vallen. Omdat ze niet kunnen zwemmen, kunnen ze er ook niet meer uit. De kist zal van de ene oever tot de andere oever reiken, waardoor ze er ook niet naast kunnen glippen.

De krabben zijn echter met duizenden en de ‘brievenbus’ gaat gauw vol zitten. Om dit te vermijden zal aan de zijkant van de kist een buis gemonteerd worden. De buis is binnenin bekleed met een ijzeren net voor een optimale grip.

Op zoek naar een uitweg zullen de krabben langs de buis naar boven kruipen. De buis zal naar de oever oplopen en daar uitmonden in een grote vergaarbak. Eens deze bak vol zit, hoeven de medewerkers van de VMM deze enkel leeg te scheppen en de krabben af te voeren. (vmm) Foto's archief Nnieuws/Guy Verellen.